De ‘doe eens spontaan’paradox

Als kind was ik erg verlegen en teruggetrokken. Spontaniteit was nou niet bepaald mijn sterke kant. Af en toe zei iemand tegen me “Doe toch eens spontaan”. Dit werkt volkomen averechts en ik blokkeerde dan compleet. Hoe vaker ik werd uitgedaagd om spontaan, vrolijk of levendig te zijn, des te stiller en serieuzer werd ik.

Afijn, na de nodige coaching en therapie is het gelukkig goed gekomen en zijn serieusheid en spontaniteit aardig in balans gekomen. Alleen als ik op de foto ‘moet’, heb ik nog wel eens last van enige verstarring.

Inmiddels weet ik dat ‘doe eens spontaan’ een paradoxale opdracht is. Hij komt in het dagelijks leven in allerlei vormen voor. In relaties zegt de een misschien tegen de ander “Je zou eens wat uit jezelf bloemen voor me mee moeten brengen” of “Je moet wat vaker tegen mij ingaan”. Als de ander hieraan probeert te voldoen, voldoet hij er juist niet aan.

Kan de paradoxale opdracht ook gunstig werken?

Zeker! De paradox zelfs een grote rol in de therapie en coaching.  In Acceptance & Commitment Therapy (ACT) bijvoorbeeld wordt de cliënt gestimuleerd om zijn probleem volledig te accepteren. De paradox is dat juist de acceptatie leidt tot verandering.

In de Ericksoniaanse hypnotherapie wordt de paradox anders gebruikt. De cliënt krijgt de opdracht zijn probleem opzettelijk te ‘doen’ of zelfs te versterken. Dit wordt ook wel het voorschrijven van het probleem genoemd.

Zo vraag ik aan cliënten die tijdens de eerste sessie erg gespannen zijn of ze hun spanning kunnen vergroten.

Als dit lukt, betekent dat dat ze er zelf controle over hebben. Het idee is:

Wat je kunt versterken, kun je ook afzwakken!

Dan geef ik ze een suggestie als “Ik bent benieuwd wat er vanzelf met die spanning zal gebeuren”, waarna de spanning meestal verdwijnt.

Als je als therapeut of coach niet gewend bent aan paradoxale opdrachten, kunnen ze tegennatuurlijk aanvoelen. Je wilt immer je cliënt helpen om het probleem op te lossen, niet om het te verergeren! Maar ik verzeker je dat het werkt, zeker als je het (na enige oefening) overtuigend kunt brengen.

Soms omvat het voorschrijven van het probleem een bepaalde ‘twist’, waardoor het grappig of absurd wordt. Zo had ik in mijn praktijk eens een man die wilde stoppen met roken. Hij kon wel stoppen, zei hij, maar wist dat hij dan heel chagrijnig zou worden tegenover zijn vrouw. Zo erg dat zijn vrouw hem zou vragen om ‘alsjeblieft weer te gaan roken’. Mijn opdracht aan hem was:

Ga nog 2 weken door met roken en ga elke dag tussen 17 en 18 uur
opzettelijk heel chagrijnig doen tegen je vrouw.

Het dagelijkse ritueel van chagrijnig doen ‘mislukte’ volledig en leidde tot veel hilariteit tussen hem  en zijn vrouw. Hij stopte na een week met de opdracht en met roken en had geen last van chagrijn. Ook fijn voor zijn vrouw!

De paradoxale opdracht kan ook symbolisch zijn. Zo gaf Milton Erickson ooit een zwaar depressieve vrouw de taak om een tijdje een aantal bakstenen in een boodschappentas met zich mee de sjouwen. Toen ze ‘genoeg’ gesjouwd had, zette ze de tas neer en kwam uit haar depressie.

Wil je veel meer weten over indirecte suggestie, utilisatie al die andere fascinerende aspecten van Ericksoniaanse hypnotherapie? Meld je dan aan voor het gratis webinar of de tweedaagse live-training Ericksoniaanse hypnotherapie.